Garmt Stuiveling uit zijn bundel Elementen (1931)
daar is geen begin:
het enig zijnde
is wisseling;
het enig blijvende
is het steeds drijvende
stuwende ritme dat alles wendt,
dat bloei en verderven gaan,
leven en sterven gaan,
enkel als beelden kent,
als spiegelbeelden in ruimte en tijd
van zijn bewegende eeuwigheid.
en geen begin:
het enig zijnde
is wisseling.