Drie kleine strofen

 Garmt Stuiveling uit zijn bundel Elementen (1931)


 

 

III

 

Daar is geen einde,

daar is geen begin:

het enig zijnde

is wisseling;

het enig blijvende

is het steeds drijvende

stuwende ritme dat alles wendt,

dat bloei en verderven gaan,

leven en sterven gaan,

enkel als beelden kent,

als spiegelbeelden in ruimte en tijd

van zijn bewegende eeuwigheid.

 
Daar is geen einde

en geen begin:

het enig zijnde

is wisseling.