dag |
zondag, 30-7-2000 |
|
van – naar |
Harlingen – Terschelling, Gevaren
afstand: 22 mijl |
|
de tocht |
Het hoogwater is NAP+103 cm, dus de keersluis gaat niet dicht
en we kunnen gaan wanneer we willen. Om 9:15 uur, rond hoogwater, vertrekken
we uit de Noorderhaven in Harlingen. Er is weer weinig wind en ook nog uit de verkeerde hoek, We
moeten (alweer) de halve tocht motoren. Via de Pollendam, Blauwe Slenk,
Inschot, West Meep en Slenk varen we naar Terschelling. Het laatste stuk is
altijd ongelukkig qua stroom: mee–tegen–mee–tegen. We arriveren 13:30 uur in
Terschelling. Later hoorden we op de marifoon (Brandaris) dat het
Schuitengat zeker bij halftij nog een redelijke diepgang heeft voor ons. Dat
had de tocht wel wat sneller gemaakt. |
|
in de haven |
In de Terschellinger jachthaven is het druk, erg druk. Het gemanouvreer
van de boten die afmeren gaat ook niet zonder ongelukken. Haast van de een,
onervarenheid van de ander combineert slecht. We liggen als vijfde boot vanaf
de steiger en er komen er nog drie bij. De volgende dag willen we onder Terschelling door, via het
Oostrom, naar Ameland. Twee buurboten vinden dit een goed plan en gaan met
ons mee. Zij bombarderen ons tot reisleider. In de haven treffen wij ook Jürgen Theyssen, een Duitse
clubgenoot. Het leent ons zijn “Revierführer”, die de Duitse wadden beschrijft.
Ook gaan we even op bezoek bij mijn oom, die ons mee wil nemen op de
Boschplaat. Maar wij willen verder varen. Het tij staat geweldig voor tochten
over de wantijen. Daar willen we niks van missen. |
|
het kombuis |
Kip met citroensaus, peultjes en aardappelen |
|